ik neem een hap frisse lucht, en vul m'n longen met de wind
en ik bouw m'n luchtkastelen tot de storm ze verslindt
het begon al als een kind, ik was meestal aan het dromen
en de meeste van m'n dromen zijn nog steeds niet uitgekomen
maar ik geef de moed niet op [nee] we blijven zoeken
en we kijken in de toekomst, maar dat beeld is goed verstopt
en ik weet niet hoe het komt, maar de laatste tijd besef ik
dat ik veel te vaak gezwegen heb terwijl ik iets te zeggen had
ik slik m'n woorden niet meer in, ik spreek ze uit
en je voelt wat ik bedoel toch, ook al maak ik geen geluid
ik snuif die frisse lucht op - dat lucht op
nou slaak een zucht en adem uit
als mensen bewust meer vragen dan ze geven
zich verliezen in die cirkel, los van het leven
als de brug die je slaat oevers kapot maakt
als je bij tijd en wijl kan voelen wat een ander meemaakt
als de zeepbel springt van de droom van een kind
als liefde niet langer komt van degeen die je bemint
als er wordt gepraat zonder luisteraar
als de raad goud en wijs is
maar het antwoord is 'bekijk het maar'
ik snak ernaar als het druk is
als je beseft dat er geen weg meer terug is
als er weer een stukje van die mooie wereld stuk is
als er voor een ander geen geluk is
dan heb ik het liefst frisse lucht
ik adem in voor gevangenen, onschuldig in een cel
die de dagen van hun leven kwijtraken aan de tel
ik adem in voor een zieke die weer dat-ie niet wint
ik adem in voor de stille marcheerders zonder eind en begin
ik adem in voor alleenstaande moeders
die hun kind zonder vader opvoeden
leer ze het verschil tussen 't kwade en het goede
ik adem in voor de man die geen vader kan zijn voor z'n kind
ik adem in voor de tederheid, tekens van genegenheid
hou je hart goed vast in de strijd want we raken het kwijt
ik adem in voor de mensen op de vlucht
de mensen met de wereld op hun rug
frisse lucht